Inventarisatie van de EU klimaatdoelstellingen voor 2030

Inventarisatie van de klimaatdoelstellingen voor 2030 van de EUDe Europese Unie streeft voor 2030 naar een afname van 40 procent aan broeikasgassen, met als einddoel een reductie van 80 – 95 procent in 2050. Emil Dimantchev analyseert de doelstellingen en constateert dat de EU met de gestelde klimaat- en energiedoelen koers zet naar een minimale reductie van emissies.

De Europese Commissie heeft eind januari een witboek gepubliceerd met suggesties voor de door de EU te stellen klimaat- en energiedoelen voor 2030. Dit is nog maar een eerste stap op een lange weg richting acceptatie van dergelijke doelen. En het zal waarschijnlijk nog jaren duren voordat de EU lidstaten zover zijn dat ze feitelijke doelen vaststellen. Toch is het witboek belangwekkend, omdat het het resultaat is van een fel intern politiek debat binnen de Europese Commissie, waarvan de leden het gehele EU-spectrum omvatten qua diversiteit van opvattingen.

De voorgestelde doelen zijn: een afname van 40 procent aan broeikasgassen ten opzichte van het niveau van 1990 en een aandeel van 27 procent hernieuwbare energie in de Europese Unie als geheel. In dit artikel concentreer ik me in het bijzonder op de keuze voor de reductie van broeikasgassen in 2030. Er zijn twee benaderingen om deze doelstelling te beoordelen. Ten eerste, brengt dit de EU dichter bij de lange termijn klimaatdoelen die de Unie zich gesteld heeft? Ten tweede, is de gestelde hoeveelheid redelijkerwijs het aandeel dat de EU moet behalen ten opzichte van de emissies wereldwijd om de opwarming van de aarde te beperken tot 20 C?

Overeenstemming met de klimaatdoelen van de EU

De EU heeft zich tot doel gesteld om in 2050 de emissies terug te brengen tot 80-95 procent van het niveau in 1990. Om precies te zijn, de routekaart richting CO2 reductie van de Europese Commissie suggereert dat de Unie als geheel de uitstoot van huishoudens reduceert tot 80 procent (zonder gebruikmaking van internationale klimaatcompensatie). Volgens de effectbeoordeling die bij het witboek is bijgevoegd, is een kosteneffectieve route naar een reductie van 80 procent een route die waarbij het nodig is om 40 procent in 2030 en 60 procent in 2040 te behalen. Deze mijlpalen veronderstellen een min of meer lineaire emissiereductie vanaf 2020, die ik in onderstaande grafiek heb weergegeven.

Emissiereductie vanaf 2020

De totale emissie binnen de EU stond in 1990 op 5,7 miljard ton CO2. In 2011 had de EU deze hoeveelheid met 17 procent teruggebracht, volgens gegevens van Eurostat. De Commissie veronderstelt dat de EU een reductie van 22 procent zal hebben behaald in 2020.

Na 2020 zal het door de Commissie voorgestelde streefcijfer van 40 procent de jaarlijkse reductie van emissies doen versnellen. Dit resulteert in jaarlijkse reducties van 102 miljoen ton per jaar tussen 2020 en 2030 en 114 miljoen ton tussen 2030 en 2050. Dit te behalen doel van 40 procent zet de EU op een lineaire koers om tot een reductie van 80 procent te kunnen komen in 2050. Hiervoor zijn aanzienlijke emissiereducties nodig die al beginnen in 2021.

Echter, een reductie van 80 procent is het laagste van wat de EU zich tot doel heeft gesteld, namelijk een emissiereductie van 80-95 procent in 2050. De rest zou met behulp van internationale compensaties kunnen worden gerealiseerd, zoals de routekaart naar een koolstofarme economie van de Commissie suggereert. Het witboek van de Commissie suggereert dat de EU, in het geval van internationale klimaatactie, zich een meer ambitieus doel zou kunnen stellen en haar internationale kredieten zou kunnen gebruiken om de resterende reducties te realiseren. Echter, zonder internationale klimaatactie blijft het onduidelijk of, en indien, hoe, de EU ook maar iets meer zal kunnen behalen dan het laagste bereik van de 80-95 procent van haar doelstellingen.

Is de klimaatdoelstelling  tot 20C een redelijke bijdrage?

Het is lastig om vast te stellen wat een ‘redelijke’ bijdrage inhoudt. Toch is dit een noodzakelijk voor het vaststellen van de juiste klimaatdoelen voor individuele landen of regio’s. Modellen die analyseren wat redelijke bijdrages zijn, beginnen gewoonlijk met een aanname van de hoeveelheid CO2 bij een aardopwarming van 20 C. Vervolgens verdelen ze die hoeveelheid over landen op basis van de verschillende mate van inspanning die overheden zich getroosten, die op hun beurt verschillende uitgangspunten hanteren voor wat redelijk is. Sommige modellen wijzen emissiereducties zodanig toe dat de impact op het bruto binnenlands product (BBP) gelijk blijft in alle landen, terwijl andere modellen verschillende niveaus van CO2 heffingen hanteren, afhankelijk van de historische uitstoot van ieder land.

Op basis van een reeks gezamenlijk te nemen maatregelen concludeerde het IPCC in haar vierde assessment report dat ontwikkelde landen in 2050 een emissiereductie van 80-95 procent dienen te behalen teneinde de temperatuur van de aarde niet meer dan 20C te laten stijgen. Deze bevinding was ook later terug te vinden in de lange termijndoelstellingen van de EU.

Een recente studie van Ecofys stelt dat een redelijke bijdrage van de EU aan de emissiereductie voor 2030 zou moeten liggen tussen de 39 procent en 79 procent (met een gemiddelde van 49 procent). De studie betrok daar een hoeveelheid van diverse gezamenlijke maatregelen bij, wat af te lezen valt aan de brede omvang van de resultaten. Ecofys concludeerde eveneens dat een ‘redelijk’ doel voor de EU in 2020 tussen de 18 en 40 procent zou moeten liggen (met een gemiddelde van 25 procent). In onderstaande grafiek vergelijk ik het voorgestelde doel van de Europese Commissie met de gemiddelden van wat volgens Ecofys een ‘redelijk’ aandeel aan reducties zou zijn voor de EU.

 

Vergelijking klimaatdoelstellingen

Er is een duidelijke discrepantie tussen het voorgestelde doel van 40 procent en wat als redelijke bijdrage gesteld werd. De route die gevolgd zou moeten worden op basis van een redelijke bijdrage vraagt om ingrijpender reducties, in het bijzonder tussen 2020 en 2030. Deze route komt uit op een reductie van 87,5 procent in 2050 (het gemiddelde tussen 80 en 95 procent).

Uit de keuze van de EU voor een doelstelling van 40 procent lijkt daarom een verandering van focus te spreken. De meerderheid lijkt de prioriteit te leggen bij het behalen van de eigen lange termijn reductie van 80 procent op de meest kosteneffectieve wijze, zoals hierboven uitgelegd. Klaarblijkelijk is de EU op zoek naar een balans tussen de zorg voor het economische concurrentievermogen en de ambitie om voorop te lopen bij de strijd tegen opwarming van de aarde. Het bereiken van deze balans zal waarschijnlijk ook de drijvende kracht vormen achter de politieke beraadslagingen die nog zullen volgen tussen het Europees Parlement en de Europese Raad.

Emil Dimantchev is werkzaam als CO2 marktanalyst bij Thomson Reuters Point Carbon. Hij schrijft analyses met betrekking tot koolstofdioxyde, zoals prijzen, politieke ontwikkelingen en marktwerking. Dit artikel is een vertaling van het artikel ‘Taking stock of the EU’s proposed 2030 Climate Target’ dat op 29 januari verscheen op www.theenergycollective.com. Hij schreef het stuk op persoonlijke titel.

You may also like...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML-tags en -attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>