Contouren van een duurzame economie zijn al zichtbaar

Contouren van een duurzame economie zijn al zichtbaarOp het gebied van energievoorziening en -besparing en het (her-)gebruik van grondstoffen zijn al grote stappen gezet. Het implementeren hiervan vereist echter nog een grote inspanning. Stedelijke gebieden zijn de aangewezen plek om hiermee te beginnen.

De belangrijkste vraagstukken op het gebied van duurzaamheid zijn tegelijkertijd het meest complex en het moeilijkst oplosbaar: ervoor zorgen dat de aarde gemiddeld met niet meer dan 20 graden Celsius opwarmt ten opzichte van het begin van de industriële revolutie, dat we de biodiversiteit in stand houden en de voorraden water en grondstoffen niet uitputten maar in de kringloop houden. Het goede nieuws is dat we weten wat we kunnen doen om toe te groeien naar verduurzaming van de economie. Zonder een blauwdruk te willen geven, zijn de contouren hiervan duidelijk. Het is een economie die de draagkracht van onze aarde respecteert en die bijdraagt aan de vergroting van het menselijk welzijn.

Zorgvuldig omgaan met grondstoffen en energie

Waar het op aankomt, is in de kern het tot stand brengen van verdergaande vernieuwingen richting een circulaire economie en een duurzame energievoorziening. Eerste initiatieven in die richting laten zien dat dergelijke veranderingen mogelijk zijn. Technisch kunnen we al veel. Waar het op vastloopt, is de moeilijkheid om bestaande systemen en gevestigde economische belangen te doorbreken en consistent overheidsbeleid te voeren over een langere tijdsperiode.

Juist door een zorgvuldige omgang met grondstoffen en energie en door een toenemend gebruik van duurzame energie, kunnen enorme kostenbesparingen worden gerealiseerd. Wanneer het volume duurzame energie toeneemt, zullen op termijn de investeringskosten steeds verder dalen. Ook efficiëntieverhoging van grondstoffenverbruik gaat enorme kostenbesparingen opleveren. Het consultancybureau McKinsey rekende in 2011 uit dat dit in 2030 wereldwijd zo’n 2,9 tot 3,7 biljoen dollar kan opleveren. Voor de Europese Unie is dit volgens een studie van de Ellen MacArthur Foundation uit 2012 380 – 360 miljard euro per jaar. De economische prikkel om te investeren in dergelijke kostenbesparingen zal toenemen naarmate de schaarste aan grondstoffen en energie toeneemt.

Naar duurzame energievoorziening en verder

Alle duurzame energietechnologieën zijn nog volop in ontwikkeling. Zowel in energieopbrengst als in kostprijs zitten grote verbetermogelijkheden. Vooral op het gebied van zonne-energie is deze trend duidelijk waarneembaar. Was in de periode 2007-2011 de kostprijs al tot de helft gereduceerd, anno 2014 is deze teruggebracht tot een derde. De verwachting is dat in 2023 de kostprijs van zonne-energie nog maar de helft zal zijn ten opzichte van die van 2014, en de toekomstige zonnecellen zullen daarnaast efficiënter zijn in energieopbrengst. Een dergelijke zonnige toekomst geldt in meer of mindere mate ook voor andere vormen van duurzame energie. Zo zijn efficiëntieverhogingen mogelijk in: windturbines, aardwarmte, waterkracht, golfenergie, getijdenenergie, energie uit zoet-zoutovergangen, gebruik van restwarmte uit de industrie en duurzaam geproduceerde biomassa voor energiedoeleinden.

Niet alleen de opwekking van duurzame energie, maar ook de inpassing van die nieuwe technologie in de bebouwde omgeving en in het verkeer en vervoer zal revolutionaire veranderingen met zich meebrengen. Inmiddels kunnen we al huizen, tuinbouwkassen en gebouwen neerzetten die energieneutraal of zelfs energieleverend zijn. Deze zijn voorzien van zonne-energie, goed isolerende muren en ramen en een combinatie van andere duurzame technologieën, waaronder aardwarmte en/of windenergie. Ook kunnen we elektrische en elektronische apparaten en ledverlichting in de woning slimmer en energiezuiniger maken. Met behulp van ICT-gerelateerde technologieen kunnen we het hele huis optimaal inregelen en aansluiten op een smart grid-systeem.

Een zelfde revolutionaire ontwikkeling is te verwachten in het verkeer en vervoer. Naast de ontwikkeling van zelfsturende voertuigen groeit ook het vervoer op duurzame elektriciteit en waterstof. Het wachten is op grootschalige vervanging van het huidige wagenpark door deze nieuwe voertuigen. Niet alleen de voertuigen zelf zullen veranderen, ook het gebruik ervan. Nu al ontstaan allerlei nieuwe vervoersdiensten, gericht op het gebruiken in plaats van het verkopen van voertuigen. Voorbeelden zijn organisaties als Greenwheels, Mywheels en Car2Go. Het past in de trend naar een deel-economie, waarin mensen het gebruik van producten met elkaar delen.

Kansen voor grondstoffentechnologieën

Ook de ontwikkelingen in de sfeer van grondstoffentechnologieën bieden nog veel mogelijkheden voor verbetering. Afval wordt steeds meer gezien als waardevolle grondstof waaruit weer nieuwe producten gemaakt kunnen worden. Het is echter nog een grote stap om daadwerkelijk alle afvalstromen hoogwaardig terug te brengen in de kringloop.

In het recyclen van afvalstromen kan nog heel veel ontwikkeld en verbeterd worden. We staan nog maar aan het begin van het daadwerkelijk sluiten van alle afvalstromen. Circulair inkopen grijpt niet zozeer aan bij het afvalstadium, maar bij het begin van de productlevenscyclus. Wanneer producten zo ontworpen worden dat ze hoogwaardig teruggebracht kunnen worden in de kringloop, kunnen meer producten dan nu de circulaire economie versterken. Het herontwerpen van productketens is daarom een wezenlijk onderdeel van de transitie naar een circulaire economie.

Transities op bijvoorbeeld energie- en grondstoffengebied vinden niet vanzelf plaats. Het vergt een transformatie op technologisch, economisch, sociaal-cultureel en institutioneel vlak. Bestaande belangen, structuren en culturen houden dit tegen. Het vergt een coalition of the willing die de wil en moed samenbalt om het transformatieproces vlot te trekken. Als we de samenleving willen evolueren in de richting van een economie gebaseerd op duurzame energievoorziening en handel in kringlopen, is het noodzakelijk om daarvoor een bewuste keuze te maken.

Steden als katalysator voor verandering

Overal in de wereld voltrekken zich soortgelijke technologische ontwikkelingen als hierboven geschetst. Vooral in stedelijke gebieden zullen de effecten van deze vernieuwing het grootst zijn. Dat is om velerlei redenen verklaarbaar.

Ten eerste wonen de meeste mensen in stedelijke gebieden en dit aantal zal de komende decennia toenemen.

Ten tweede komen alle genoemde ontwikkelingen op het gebied van grondstoffen en energie in steden samen. Juist daar kunnen grote energie-efficiëntiesprongen gemaakt worden en kunnen de grote hoeveelheden afvalstromen hoogwaardig teruggebracht worden in de kringloop. Bovendien heeft verandering van klimaat zichtbare effecten op de leefbaarheid in steden.

Ten derde zijn steden bij uitstek geschikt om het voortouw te nemen in de transitie naar een grondstoffenefficiënte samenleving. Daar kan de vernieuwing immers concreet in de praktijk worden gebracht samen met burgers en bedrijven.

In de vierde en laatste plaats gaat het bij de transitie naar een duurzame energievoorziening en een circulaire economie om een verandering op systeemniveau. Dat wil zeggen dat het er niet om gaat een huis energieneutraal of energieleverend te maken, maar een wijk, gebied of bedrijventerrein. Stand alone innovaties moeten aaneengeregen worden tot een keten van innovaties op systeemniveau. Een dergelijke opschaling zal het meest substantieel zijn in stedelijke gebieden.

Toepassing van de technologieën is een eerste vereiste

Kortom, stedelijke gebieden zijn bij uitstek geschikt om transities te realiseren in de richting van een duurzame energievoorziening en circulaire economie. De technologieën zijn voorhanden en kunnen qua efficiëntie en effectiviteit nog flink verbeterd worden. Maar dat is niet voldoende. Voorwaarde is dat die technologieën toegepast worden. Niet-technische knelpunten staan dit in de weg. Maar de ervaring tot nu toe leert: waar een wil is, is een weg.

Welke toekomst zich zal ontvouwen, hangt echter niet alleen af van technologische ontwikkelingen en het wegnemen van niet-technische knelpunten. Het zal ook afhangen van de wijze waarop onze maatschappij zich zal ontwikkelen, in Nederland en in internationaal verband.

Jacqueline Cramer is directeur van het Utrecht Sustainability Institute en hoogleraar duurzame innovatie. Dit is een bewerking van haar boek ‘Milieu’ dat in oktober verscheen.

You may also like...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML-tags en -attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>