‘Stimuleer duurzame industrieën én beperk de bewegingsruimte van vervuilende industrieën.’

'Stimuleer duurzame industrieën én beperk de bewegingsruimte van vervuilende industrieën.'Een interview met Jérôme Dangerman.

Dangerman promoveerde in november met een analyse van het huidige wereldwijde energiesysteem. Hij ging na welk mechanisme ervoor zorgt dat dit systeem zich tot op heden handhaaft, ondanks de klaarblijkelijke nadelen ervan. Daarmee legt hij ook de kwetsbaarheid bloot van alternatieve, duurzame energiesystemen.

Waarom verwacht je dat een omslag naar alternatieve vormen van energie zo moeizaam zal verlopen?

‘De transformatie verloopt al decennia moeizaam. De huidige productie van conventionele energie, dat wil zeggen: energie van olie, steenkool, aardgas en kernenergie, bedraagt meer dan 85 procent van de totale energieproductie. Dat is nog zonder de 10 procent van de biobrandstoffen die door velen ook als niet-duurzaam gezien worden. Het marktaandeel van de conventionele energie-industrie is de afgelopen veertig jaar op een constant niveau gebleven terwijl het absolute gebruik meer dan verdubbeld is, ondanks het toegenomen bewustzijn met betrekking tot duurzaamheid.’

‘De traditionele energiesector is dus groot en machtig. Er wordt veel geld in geïnvesteerd en dat leidt tot betere research and development, betere productiesystemen en uiteindelijk een beter product tegen relatief lagere kosten. Die optimale bedrijfsmatige efficiëntie geeft een vliegwieleffect: hoe hoger de kwaliteit van het product, hoe beter het product zal verkopen, en, daarnaast, hoe lager de kosten, hoe hoger de winst. Dit succes gaat ten koste van de concurrerende duurzame energie-industrie. Ik noem dat in mijn artikel het ‘success to the successful’, in het Nederlands vertaald: ‘succes krijgt wie succes heeft’. ‘

‘Daarbij is de volledige energie-infrastructuur is op fossiele brandstoffen ingericht. Denk maar aan tankstations langs de snelweg en gasleidingen naar de huizen. Gedurende het lange gebruik van conventionele energie heeft het veel goodwill gekweekt bij de consumenten. Energiesystemen op basis van bijvoorbeeld zonlicht of windkracht hebben niet zo’n historisch gegroeide positie. Daardoor moeten duurzame energietechnologieën, als nieuwkomers, de grootst mogelijke moeite doen om zich een plekje te verwerven op de energiemarkt.’

Maar de traditionele energiebedrijven zien toch ook in dat de hoeveelheid grondstoffen eindig is?

‘Die onoverwinnelijke status brengt een bepaalde geslotenheid met zich mee, die maakt dat de sector doorgaat op de ingeslagen weg, doof voor menige waarschuwing. Mijn analyse van de ontwikkelingen in de energiesector over de afgelopen 40 jaar laat zien dat ons huidige energiesysteem neigt naar verstarring. In dat proces van verstarring en de enorme focus op efficiëntie wordt diversiteit geëlimineerd en innovatie vertraagd en regelmatig zelfs onmogelijk gemaakt.’

‘De conventionele energiesector heeft ook geen belang bij verandering. De sector kan nog wel even vooruit, ook al neemt de hoeveelheid aardgas en aardolie af. De continue efficiencyverbetering waarover ik het had, compenseert voorlopig de afnemende hoeveelheid en kwaliteit van de grondstoffen en het houdt de prijs van energie op een draaglijk niveau.’

En wat te denken van de nadelige gevolgen van fossiele brandstoffen, zoals het broeikaseffect? Daar kunnen ze toch de ogen niet voor sluiten?

‘Dat soort gebreken wordt echt als ondergeschikt beschouwd. Zaken als vervuiling, klimaatverandering, geopolitieke spanningen en stijgende consumentenprijzen zijn nadelen op de korte termijn waar niet echt rekening mee gehouden hoeft te worden. Mede omdat deze nadelen geen directe gevolgen hebben voor het systeem zelf.’

Maar stel je voor dat investeerders de handen aftrekken van de traditionele energiebedrijven, juist vanwege die nadelige gevolgen?

De conventionele energiebedrijven zijn totaal niet afhankelijk van de financiële sector. Ze kunnen zichzelf doorgaans heel goed bedruipen. Bedenk maar dat tussen 2000 en 2010 de vijf grootste energiemaatschappijen in totaal 1 biljoen dollar winst hebben gemaakt. De situatie is dus eerder zo dat het financiële systeem deels afhankelijk is van de energiesector. Financiële instellingen leunen zwaar op de grote, gemakkelijke winsten van de fossiele brandstoffenindustrie.’

‘Dat houdt in dat er voortdurend een enorme stroom van kapitaal vloeit richting de aandelenmarkt van de traditionele energiebedrijven. Dat leidt dus eveneens tot het fenomeen van ‘succes krijgt wie succes heeft’, omdat iedere financier kiest voor de bedrijven die het meeste winst genereren, daarbij de alternatieven en alarmbellen negerend.’

Zie je wel kansen voor de opkomst van alternatieve energiebedrijven?

‘De overgang naar duurzame energie verloopt moeizaam en langzaam, historisch-technologisch gezien. We praten al sinds de jaren ’70 over duurzaamheid. En sindsdien is het wereldwijde energieverbruik zoals ik al zei verdubbeld. De energie afkomstig van zon en de wind vormt op dit moment nog slechts minder dan 0,5 procent van het totaal. Dat is dus nog marginaal.’

‘Dat betekent ook dat de beperkte vooruitgang die – grotendeels met behulp van subsidies – geboekt is, in korte tijd kan worden weggevaagd. Kijk bijvoorbeeld naar de opkomst van het schaliegas. In de VS zijn energieproducenten en hun beleggers er van overtuigd geraakt dat het goed is om te investeren in schaliegas. En opeens vloeien grote hoeveelheden kapitaal in die richting. De energiebehoefte waarin met dat kapitaal in schaliegas wordt voorzien, hoeft en kan dus niet meer worden gelenigd door duurzame energie.’

Hoe zou het systeem van alternatieve energie zich dan kunnen handhaven tegenover die machtige bedrijven?

‘Daarvoor is de rol van overheden nu cruciaal. Je zou kunnen stellen dat de alternatieve energiesystemen kunnen bestaan bij de gratie van subsidies en investeringen in business start-ups. Overheden zouden zich dan ook meer in moeten spannen om investeerders te interesseren voor de meer duurzame energiesystemen. Daar waar dat al gedaan is, zoals in Duitsland of in Spanje en Italië, zijn de resultaten op nationaal niveau al zichtbaar.’

‘Het punt is echter dat ook de politiek een zeer sterk korte termijnbelang heeft bij het handhaven van de huidige verhoudingen. Denk bijvoorbeeld maar aan de gegarandeerde belastinginkomsten voor de staat via het huidige energiesysteem. Duitsland en ook andere Europese landen ondersteunen weliswaar veelbelovende duurzame technologieën, maar wereldwijd subsidiëren overheden nog altijd de conventionele energiebedrijven. Dit staat in een verhouding van 12 – 1 ten opzichte van de duurzame energie. Dat is de realiteit waar we ons in bevinden.’

Wat zou er dan moeten gebeuren om een omslag te bewerkstelligen?

‘Bij het veranderen van complexe systemen kun je bijna nooit volstaan met het doorvoeren van één verandering. Algemeen gesproken: stimuleer duurzame industrieën structureel én beperk de bewegingsruimte van vervuilende industrieën.’

‘Ten eerste doen overheden er verstandig aan om subsidiëring (dat behelst ook het verschaffen van belastingvoordelen) van het conventionele energiesysteem af te schaffen en dit om te zetten richting duurzame energie.
Een andere zinvolle maatregel zou kunnen zijn om aandeelhouders medeverantwoordelijk te maken voor de milieuschade die energiemaatschappijen veroorzaken. Daarmee zou het doen van investeringen in vervuilende industrieën minder interessant worden. En zodoende zou de geldstroom richting meer duurzame bronnen geleid kunnen worden. Maar de kans dat een dergelijke ingreep werkelijk uitgevoerd zal worden is klein, gezien de belangen die verknoopt zijn met de huidige aandeelhoudersconstructie.’

‘Om verandering teweeg te brengen in energiesystemen is het van groot belang om de geldstroom – van subsidies, van externe investeerders, en van de conventionele energie-industrie zelf – te verleggen. Zoals ik eerder opmerkte, gaat deze geldstroom voorlopig nog richting fossiele brandstoffen. Maar ik verwacht dat er in de toekomst een alternatieve technologie zal komen, die zal domineren zoals kolen, olie en gas dat nu doen. Ondanks hun kleine marktaandeel groeien wind- en zonne-energie op dit moment met hoge percentages.’

‘De overgang naar een energiesysteem waarin duurzame energie domineert wordt vertraagd door de factoren die we hebben besproken. Punt is, dat hoe langer het duurt, hoe groter de nadelige effecten zullen zijn.’

Jérôme Dangerman werkte 15 jaar bij internationale ondernemingen in de technologie- en energie-industrie, en promoveerde in november 2013 met zijn proefschrift ‘The Energy System, Lock-in and Adaptation’ in de (private en publieke) managementwetenschappen. Hij is gespecialiseerd in transformaties van complexe systemen en duurzaamheid. Hij is als wetenschapper werkzaam bij het Potsdam Institut für Klimafolgenforschung en als adviseur bij Normann Partners, een internationale groep van strategieconsultants.

 

You may also like...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML-tags en -attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>