Een wereld zonder honger is mogelijk

Een wereld zonder honger is mogelijkOp 16 oktober is het Wereldvoedseldag. Voor Anselm Iwundu is dat één van de belangrijkste dagen in het jaar. Een dag waarop we wereldwijd stilstaan bij het feit dat er nog altijd mensen honger hebben. Onnodig, want er is genoeg eten voor ons allemaal, alleen wordt het niet eerlijk gemaakt en verdeeld. Daarom is het zaak het voedselsysteem te verduurzamen.

Als we ’s morgens rondkijken tijdens ons ontbijt, dan zien we de wereld aan tafel. Koffie uit Guatemala, thee uit Sri Lanka… ons eten komt uit alle windstreken. Bij ons is er genoeg te eten en vaak gooien we zelfs eten weg. Dat is niet overal zo. Er zijn genoeg landen waar mensen eenzijdig voedsel eten of te weinig te eten hebben.

Met een duurzaam voedselsysteem is het mogelijk om iedereen voldoende te laten eten. Bij ‘duurzaam’ denken veel mensen aan biologisch en fair. Maar voor mij is een duurzaam voedselsysteem veel meer dan dat. Ik denk bij duurzaamheid ook aan de verdeling van eten. Er wordt zoveel eten verspild. Niet alleen eten dat wij als consumenten weggooien, er gaat zoveel meer eten verloren. Vanaf de akkers, tijdens het transport, in de productie, de veiling en in de supermarkt – overal zien we verspilling. Als we wereldwijd in staat zouden zijn om het eten beter te verdelen, gaat er minder verloren en kunnen er meer mensen van eten.

Arbeidsomstandigheden op de ananasplantages

Duurzaamheid omvat voor mij ook voldoende verschillende soorten en producten, want al die grote bedrijven met slechts één gewas hebben veel meer bestrijdingsmiddelen nodig en dat belast het milieu veel zwaarder. Ik denk ook aan de mensen die ons voedsel verbouwen. Voor mij is eten pas duurzaam als zij hun werk kunnen doen en er een redelijk inkomen mee verdienen – voldoende geld om hun gezin te voeden.
Noem me een optimist – dat vind ik prima, maar ik ben geen dromer. Ik zie heus wel wat er mis is in de voedings- en warenindustrie. Ik zie dat grote bedrijven de markt domineren, dat er op plantages arbeidsomstandigheden heersen die op slavernij lijken. Bijvoorbeeld op de ananasplantages in de Filipijnen, waar de plukkers lange werkdagen maken van 14 of 15 uur per dag. Veel mensen krijgen geen salaris maar worden betaald per geplukte ananas. Om voldoende inkomen te krijgen, nemen mensen hun kinderen mee om te plukken. Op andere plantages moeten mensen zonder beschermende kleding bestrijdingsmiddelen spuiten. Middelen die in Europa en de Verenigde Staten allang verboden zijn omdat ze een gevaar opleveren voor mens en natuur.

Begin bij de boerin

Ik ben ervan overtuigd dat het mogelijk is om ons voedsel te verduurzamen. De tijd is er rijp voor. Een wereld met duurzaam voedsel – hoe ziet zo’n wereld er uit? Dan wil ik beginnen bij het begin: bij de boer. Want zonder boer geen eten op ons bord. Of eigenlijk moet ik zeggen: zonder de boerin. Want het zijn voornamelijk vrouwen die verantwoordelijk zijn voor de voedselproductie. Zoals mijn eigen moeder, die boerin is in Nigeria, waar ik vandaan kom. Mijn moeder merkt nog altijd dat vrouwen op de markt een lagere lagere prijs krijgen voor hun producten dan mannen. Als boerinnen voldoende geld voor hun producten krijgen, dan investeren ze hun salaris in voedsel voor hun gezin en in investeringen voor de boerderij. Uit onderzoek blijkt dat de voedselproductie met 30% omhoog kan als vrouwen voldoende geld voor hun producten krijgen.

Als we echt serieus werk willen maken van de verduurzaming van ons voedsel, dan moet ook de voedings- en warenindustrie in beweging komen en zorgen voor eerlijke en duurzame productie, voor goede arbeidsomstandigheden en voor inkomenszekerheid. Er zijn al veel gedragscodes maar zolang die vrijwillig zijn, zullen er altijd bedrijven zijn die de regels ontduiken. Daarom pleit ik voor verplichte internationaal geldende gedragscodes. Codes die regelen dat bedrijven de verantwoordelijkheid nemen voor een duurzame productie – van plantage tot aan de schappen.

Ananas voor één euro

Er ligt ook een belangrijke taak bij ons, consumenten. Het is nog niet zo lang geleden dat een ananas een bijzondere vrucht was die erg duur was. Natuurlijk is het prettig dat we nu een verse ananas kunnen kopen voor slechts één euro. Maar de prijs die we daarvoor betalen is dat er aan de andere kant van de wereld mensen onderbetaald worden en werken in ongezonde omstandigheden. Die prijs is wat mij betreft veel te hoog. Als wij met elkaar verlangen dat het eten in onze supermarkt op een eerlijke en duurzame manier is geproduceerd, dan luisteren de supermarkten naar ons. Kijk maar naar wat er gebeurde toen we boos werden over de plofkip en het legbatterij-ei.

Tot slot hebben ook de overheden een taak: zijn moeten zorgen dat het bedrijfsleven voldoende belasting betaalt in het land waar zij hun producten vandaan halen. Zodat zo’n land kan investeren in scholen voor de kinderen, in wegen om het voedsel te vervoeren en in goede gezondheidszorg. Als bedrijven hun belasting gewoon zouden betalen dan zouden veel landen in Afrika veel meer inkomsten hebben. Als we allemaal –bedrijfsleven, consumenten en overheden- onze krachten bundelen, dan is het mogelijk om ons eten te verduurzamen. En daarmee de honger de wereld uit te bannen. Wat zou het mooi zijn als we daarvoor geen Wereldvoedseldag meer nodig hebben.

Dát is mijn stip op de horizon

Anselm Iwundu is directeur van Fairfood international. Deze organisatie werkt aan eerlijk en duurzaam voedsel door zich in te zetten voor de arbeidsomstandigheden van de werknemers ter plekke.

You may also like...

1 Response

  1. Corine zegt:

    Erg handig artikel voor in de lessen aardrijkskunde! Alle elementen worden genoemd (en ik sta er volledig achter)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML-tags en -attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>